dinsdag 31 juli 2018

Banff en Lake Louise.




We kunnen zelfs uitslapen vandaag. Het is maar nauwelijks anderhalf uur rijden naar de ingang van het NP Banff, dus beginnen we de dag heel relaxt met thee en het traditionele rozijnenbrood. Dat kunnen we namelijk een dag of wat vers houden zodat het ook nog te pruimen is. Maar na een uurtje zijn we reisvaardig en gaan naar Banff onderweg. Eerst nog een kop koffie bij deze keer de Subway, er was namelijk geen Mc Donalds te bekennen. Ook hier is de koffie lekker en het internet goed en meer wensen hebben we niet. Als we in de buurt van Banff arriveren is het toch wat zoeken naar het juiste pad wat naar de onze camping leidt. Uiteraard staan we eerst bij de verkeerde ingang. Het is namelijk een doolhof van campings  met ieder een eigen ingang. Die van ons heet Two Jack Main en we stonden bij Two Jack Lake. Het scheelt weinig maar deze camping was compleet afgeladen, hier was begin juni al geen plaats meer vrij. Vanaf 1 juni kun je boeken voor het nieuwe seizoen en op 3 juni is praktisch alles volgeboekt, dus op tijd erbij zijn is hier een must. We vinden snel de goede ingang en gaan ons instaleren op een geweldige plaats, midden in een sparrenwoud met allemaal prachtige gecreëerde plaatsjes, met uiteraard een eigen vuurplaats en ook nog gratis hout om te stoken. Je moet je wel aan strenge regels houden in verband met bezoek van de beren die graag een vorkje mee prikken. Alles wat maar naar eten ruikt kan in speciale containers of heel goed verpakt in de auto. Van stroom en internet is geen spoor te bekennen dus zijn we een paar dagen niet in beeld.
We gaan na de lunch richting Banff Town, Dat is ongeveer 10 km rijden, om eens te kijken wat er zoal te doen is. Druk zal het zeker zijn, het is zondag en aan het verkeer te zien is heel de provincie Alberta uitgelopen met dit stralende weer en dan zijn er ook nog de nodige toeristen die er ronddwalen. We vinden met geluk een parkeerplaatsje vlak in het centrum van de stad. Je mag er 2 uur gratis parkeren maar dan wegwezen, anders kost het je 250 dollar boete en er wordt streng op gelet.
We
Na een paar uurtjes zijn we klaar en gaan we naar een superminarkt voor wat aanmaak olie en hout en dan weer naar de camping, waar we vlak voor de ingang onze eerst echte zwarte beer spotten. Om hem goed te fotograferen zijn we net iets te laat maar we weten nu zeker dat alle waarschuwingen geen loze kreten zijn. Ze zijn erg echt en live.

Het is al behoorlijk wat drukker geworden op camping Two Jack Main en als ik om me heen kijk dan is de aanwas van jongeren met kleine tentjes groot. Ook de zes en achtpersoonstenten zijn aanwezig en aan de kwaliteit te zien is het een erg hoog Wal-Mart gehalte van 25 tot max 50 dollar per tent. Een groot gedeelte van deze jongeren heeft dan ook nog nooit gekampeerd maar omdat dit nu eenmaal de goedkoopste vorm van recreëren is zijn zij er in grote getalen. Alleen het opzetten van het spul werkt op de lachspieren. Het wordt iets minder gezellig als ze ook de smaak van een vuurtje maken gaan uitproberen. Dit loopt bij een aantal snel uit de hand en al snel zijn het vuren van twee meter hoog en dat in een gortdroog bos. De Ranger zien we dan ook regelmatig voorbij komen om de zaak in de gaten te houden. Dan de volgende categorie: zij komen pas tegen 10 uur in de avond als de meeste mensen al op een oor liggen en gaan dan even de tent opzetten. En dat lukt natuurlijk niet een, twee, drie en daarbij geven ze elkaar luidkeels aanwijzingen zodat inslapen een grote dobber wordt deze nacht. Ik vergeet ook nog te vermelden dat dichtslaan van portieren van auto's ook een dingetje is, vooral als je met twee auto's op een plaats staat en dat zijn dan 5 portieren x 10 keer open en dicht dat is vijftig keer een dreun die je vijf voetbalvelden ver hoort in dit gebied waar je normaal een speld kan horen vallen.
Tegen twaalven wordt het dan eindelijk een beetje rustiger maar om 5 uur staan ze weer op en begint het circus opnieuw, dus van nachtrust komt niet al teveel deze nacht.
Jammer, maar het is niet anders. Als je met ze praat hebben ze totaal niet in de gaten dat een tent geen muren heeft en dat iedereen alles hoort en ziet. De tijd zal het leren. Meestal staan wij op campings waar het wel rustig is dus passen we ook onze strategie van kamperen niet aan. We moeten dit toch maar voor lief nemen zonder teveel stress. We zijn tenslotte op vakantie.


Met ons dachten meer mensen:”Kom we gaan een dag naar Lake Louise”. Er is mega veel vakantieverkeer richting het Lake. Op de highWay worden alle grote vakantie vehikels al van de weg geplukt en naar een speciaal overloop parkeerterrein gedirigeerd en dan met de bekende gele schoolbussen naar Lake Louise gebracht. En dat al ‘s morgens om 8.00 uur. Wij nemen de gok en rijden richting het Lake maar al snel denken we dat we beter op het overloop parkeerterrein hadden kunnen gaan staan. Het zijn massa’s auto’s die naar boven rijden en van de vier parkeerterreinen die we langs komen is alles vol. Als we boven bij een van de laatste parkeermogelijkheden zijn aangekomen lijkt het dat we weer linea recta terug kunnen naar beneden. Maar hoop doet leven, we maken looping een stukje naar beneden en scoren hier een van de laatste plaatsjes! Top!! Het is een klein kwartiertje naar het turquoise meer lopen. Om half negen staan we aan de waterkant. Onvoorstelbaar wat een prachtige locatie. Er lopen ook een aantal wandelroutes langs het meer en ook een aantal die nog hoger de berg op gaan. Daar kiezen we er een van uit om weer eens een mooie Hike te lopen. Het is 3,8 km berg op, redelijk steil en boven zou er thee gedronken kunnen worden. Het aantal mensen die ook richting de top gaan neemt per kilometer af. We zien steeds meer puffende mensen die gevaarlijk rood aanlopen maar er zijn ook doorzetters die na vijf kwartier boven zijn en van een mooi uitzicht op Lake Agnes genieten, net als wij. Het theedrinken zat er hier even niet in. Voor ons staat een rij wachtende mensen voor de thee en de wc. Je staat minimaal een half uur in de rij.We nemen het zelf meegebrachte water en de koek en genieten op een bank in de schaduw van het uitzicht en de mensen. Na een uurtje dalen we af en komen nog steeds stijgende mensen tegen, terwijl ook de temperatuur richting kookpunt gaat waardoor zij het dus dubbel zwaar hebben. Om 13.00 uur zijn we terug bij de auto en staan onze parkeerplaats af aan de nog steeds wachtende mensen. Wij gaan terug naar Bannf en kijken daar nog wat rond. We kijken uit naar een ander hoogtepunt morgen: de Icefield Parkway. Volgens insiders een van de mooiste wegen ter wereld. En wie wil deze niet zien.












zaterdag 28 juli 2018

Calgary Down Town


Calgary Down Town




Het was niet al te koud vannacht en we hebben een uurtje of 8 liggen knorren als om half zes de buurman de auto start en besluit camping Calgary West te verlaten. Daarna is het slapen voor mij geen Issue meer. Na een paar keer draaien hou ik het voor gezien en besluit ook spontaan nog wat aan de Blog te werken en deze vroeg te posten, zodat de grote groep volgers de post op tijd in hun mailbox hebben. Dan eerst een ontbijt en daarna op zoek naar een station om met de trein naar de stad te gaan. Met de auto is dit geen optie want ook hier rijzen de prijzen de pan uit als je een beetje dichtbij het centrum wilt parkeren. De tip voor trein komt van de jongste bediende van de food store op de camping, in het dagelijks leven student en die weten meestal wel hoe je voordelig van a naar b komt. Op het station krijgen we hulp van een jongman, waarschijnlijk ook student, hoe je een voordelig kaartje uit de automaat kunt rammelen. Zo dat is ook gelukt. Reizen is niet moeilijk. Als je maar genoeg handlangers inschakelt kom je er vanzelf.
Nu nog even de vraag op het perron welke kant naar Down Town is en klaar zijn Renée en Thomas. Een minuut of 6 later rolt de trein binnen en gaan we zitten. Ongeveer 20 minuten later zijn we in het centrum. Als we uitstappen zijn we in de buurt van Medal Plaza waar in 1988 de gouden, zilveren en bronzen medailles werden uitgereikt aan de winnende deelnemers. We vinden op een bronzen plaquette de namen van Yvonne van Gennip, Jan Ikema, Gerard Kemkers en Leo Visser terug. Eigenlijk heel bijzonder. In die periode was ik werkzaam in het Marathonschaatsen en had veel contact met Egbert van het Oever, de toenmalige coach van Yvonne van Gennip. Best leuk om nog na te genieten van de fantastische prestaties van de atleten.


We gaan verder de stad te bekijken. Het is wel even wennen hoe het zit. Achter de kleine façades zitten hele shopping malls. Zo ga je bij Mc Donald naar binnen, je loopt dwars door zaak naar de andere uitgang en je staat zomaar in een enorm centrum met meer dan 50 winkels. We vervolgen onze tocht en belanden ineens in een Japanse reclame spot. Allerlei dames in originele kledij moet paraderen over een stukje wandelpromenade, begeleidt door een dame die op een soort viool wat “jank muziek” tevoorschijn tovert. Ongetwijfeld heel knap wat ze speelt maar net niet geschikt voor westerse oren denk ik. Het heeft nog al wat voeten in de aarde om de opdringerige massa op afstand te houden. Speciaal onze Aziatische mede toeristen mengen zich spontaan tussen de opname set met hun eigen camera's en zijn daar niet zo makkelijk weer af te krijgen.
In het kleine poosje dat wij er staan moest het een keer of vier over. Wel grappig om mee te maken. We gaan weer verder met onze rondtoer door de stad en belanden in Chinatown. Altijd leuk om daar rond te dolen en uiteindelijk ook wat te eten. Deze keer nodigen we een Vietnamees uit om voor ons wat te koken. Het is een klein inpandig stalletje waar ze in de rij staan om te bestellen. Als we aan de beurt zijn en wat bestelt hebben zie we een bordje op de toonbank “only cash”.
Verschrikt zegt Renée geen Canadese dollars te hebben. Een vriendelijke man die net afgerekend heeft wil ons wel uit de brand helpen. Hij spreekt redelijk goed Nederlands en blijkt hier al twintig jaar te wonen. Hij heeft ook nog een flatje in Rijswijk. Hij zegt:”Geef maar 10 US dollars dan krijg je van mij 20 Canadese dollars”. Dat is niet slecht, we verdienen zo snel 4 euro’s op deze wisseltruc. We bedanken hem hartelijk en gaan genieten van het beste Vietnamese broodje wat er in heel Calgary te koop is volgens de omstanders. Een mevrouw wijst ons er op dat er op de hoek ook een Vietnamese broodjeszaak is maar die heeft niets te doen. Dus was dit een goede deal op twee manieren!
We gaan weer terug het centrum in en genieten nog van een paar hoogtepunten die we zo links en rechts zien.



Een ervan is een enorm hoofd, gemaakt lijkt het, van betonijzer en daarna schitterend wit geschilderd. Je kunt er onderdoor lopen en er verder je eigen fantasie op loslaten. Het is gemaakt door de kunstenaar Jaume Plensa, een Spanjaard, tussen 2008-2012. Het heet ‘Wonderland’.
We gaan in een grote Mall naar een Starbucks voor een frisje dit keer en proberen gelijk nog wat aan de Blog te werken. We hebben geen stroom op de camping dus  wordt er een lijntje uitgegooid voor stroom. Het is heel normaal dat we daar de Starbucks een beetje voor verbouwen om bij de stopcontacten te komen

Niemand kijkt er van op, we kunnen rustig ons gang gaan. Na een klein uurtje hebben we de tekst klaar en ga ik me excuseren voor de tijd dat we de zaak hebben verbouwd en dat we gratis stroom hebben gebruikt. De eigenaar wuift al de excuses weg en vraagt of we nog koffie willen van het huis. We zijn echt verbaast over de gastvrijheid en bedanken hem hartelijk. Maar een paar minuten later staat hij ook nog eens met een paar heerlijke koeken voor onze neus. Met nogmaals bedankt gaan we een trein zoeken die ons terugbrengt bij onze auto. Het was weer zeer de moeite waard deze dag in Calgary.

PS
De foto's die we gebruiken zijn van de telefoon dus niet altijd even fraai,in Nederland komen de mooie foto's erin de bestanden van deze foto's zijn voor nu te groot. (Sorry).

Op weg naar Calgary



Cranbrook- Calgary.

Je hebt Motels en Motels, maar deze was van een uitzonderlijke klasse. Zelden hebben we in zo’n schoon onderkomen geslapen. Alles is tot in de puntjes schoon.
En ook nog een fantastische bed. De eerste kennismaking met Canada wat betreft Motels is een 10! Het is altijd een gok als je zoiets van een plaatje boekt. We hebben ook wel hele mooie plaatjes gehad maar dat bleken dan toch hele vieze kamers te zijn waar ik nog jeuk over mijn hele lijf van krijg. Maar Motel Almo in Cranbrook krijgt een 10 en niks minder.
Je merkt ook wel dat er een duidelijk verschil bestaat tussen de USA en Canada. Het land lijkt nog ruimtelijker dan de staten die we tot nu toe doorkruist hebben: Oregon, Washington en Idaho. Het is ook wel frappant dat we bij de eerste twee pompstations bot vangen. Ze zijn nog niet open en in de VS is 24 uur service gebruikelijk. Na de thee bij het zelfgemaakte ontbijt zijn we echt wel toe aan koffie, maar het duurt zeker nog 2 uur voordat het zover is.


De natuur waar we nu in rijden is van een onbeschrijflijke schoonheid. Dat kun je op papier nooit zo mooi omschrijven als dat je dat met eigen ogen kunt aanschouwen. Het is om er stil van te worden en ik overdrijf hier geen letter van. 20 tot 30 jaar droomde ik ervan het NP Banff en Jasper zelf een keer te zien en de vele tijdschriften en reisgidsen die ik las deden het water uit de mond lopen. En nu we er zelf zo dicht bij zijn is het bijna onwezenlijk en gaan we er optimaal van genieten.
Om acomodatie te vinden is ook een verhaal apart. Vanaf januari ben ik in de weer geweest om met ons tentje een paar dagen in Calgary te kamperen, maar rond die periode is dan alles al gereserveerd en zonder reservering geen plaats! Daar houden zij zich strikt aan, vooral in het weekend is het bijzonder druk. Op vrijdag barst het los en zondagmiddag vertrekt iedereen weer huiswaarts. Dus voor ons in het weekend geen verplaatsing, maar blijf zitten waar je zit.
Om half twee komen we aan op de camping ten westen van de stad Calgary. De camping ligt op een heuvel vlak naast het Olympia Park, waar in 1988 de Olympische winterspelen werden gehouden, met veel schaatsgoud voor de Nederlanders. Toch leuk om dat van dichtbij te zien. De ijshal is nog steeds in trek bij veel Nederlandse toppers.

Om half vijf gaan we nog een paar boodschappen halen en vragen aan een medewerker van de kampwinkel hoe we het beste bij een supermarkt kunnen komen. De uitleg is kort: een paar keer links en rechts af en je staat bij de supermarkt voor de deur. Het is maar vijf minuten rijden. Maar niet voor ons. We rijden eerst half Calgary in de rondte voor we de juiste afslag hebben gevonden. We merken maar weer eens dat afstanden hier anders geïnterpreteerd worden. De mensen zijn eraan gewend om ruim te denken, voor ons is het nog steeds even wennen.





donderdag 26 juli 2018

Canada +regen


Canada + regen

Het was een hele broeierige nacht, erg warm, dus veel geslapen heb ik niet.
Om half zes ben ik maar begonnen aan de Blog zodat de volgers op tijd de update kunnen lezen. Toch iedere dag leuk om een klein stukje van de reis te schrijven.
Het is ook niet zo moeilijk. Als je de ogen en oren de kost geeft dan zie je ieder moment wel iets aparts om te onthouden en op te schrijven. De twee nachten ver van de bewoonde wereld waren best aangenaam. Je kunt je nauwelijks voorstellen dat je alleen via een satellietverbinding kunt communiceren en niet gewoon even een nummer intikken en je hebt iemand aan de lijn. Eigenlijk zijn we dat niet meer gewend.
Vandaag gaan we via de staat Idaho naar Canada. Het is alles bij elkaar 200 mijl naar de stad Cranbrook, de eerste grote plaats in de provincie Alberta. De weg erheen blinkt niet uit in geweldig plaveisel. Om de haverklap moeten we wachten omdat al het verkeer over één weghelft moet zodat je om de beurt mag rijden. Het repareren gaat ook moeizaam door de rotsachtige bodem en je ziet duidelijk dat de winter een duit in het zakje doet aan de schade van het wegdek. Na ruim 5 uur zijn we aan de grens met Canada en zijn we benieuwd hoeveel tijd de douane nodig heeft om ons binnen te laten. Er staan een tiental auto's en een paar trucs. Als we na een minuut of tien bij het hokje komen staat een vriendelijke beambte ons te woord en vraagt hoe lang we van plan zijn te blijven en waar we naar toe gaan. Dit is toch wel iets aangenamer dan de manier waarop zijn collega uit de USA dat vraagt, tenminste zo ervaren wij dat. We krijgen onze paspoorten terug en de opmerking dat we de ETA, een soort visum, niet hadden hoeven aanschaffen want die telt alleen als je per vliegtuig het land binnenkomt. Dat had ons toch zeven euro's gescheeld als ik wat beter had opgelet thuis. Ik krijg dan ook spontaan een reprimande om beter op te letten van Renée. Dan had deze fout niet zo'n groot gat in de vakantiebegroting geslagen 😉.Na een uurtje rijden zijn we bij het informatiecentrum waar men ons alles kan vertellen over de stad en de provincie. Dit gebeurt in alle rust en gemoedelijkheid. Het eerste wat je ervaart is dat Nederlanders geen vreemden zijn voor de Canadese mensen. Iedereen die we tot nog toe spreken kent wel een voormalig landgenoot van ons. In Cranbrook hebben we voor de eerste nacht ook een motel gereserveerd. We willen graag kamperen maar de camping van KOA in Cranbrook heeft geen tentplaatsen, vandaar dit Motel Als we dat aan de dame van de informatie voorleggen zegt ze meteen dat er ook nog een andere camping is, zelfs Down Town en gaat onmiddellijk bellen of daar nog een plaats beschikbaar is en dat kan: “Plaats genoeg” zegt ze. Maar nu komt de vraag of er nog een mogelijkheid is ons Motel te annuleren. Ze pakt spontaan weer de telefoon en belt om te vragen wat de voorwaarden zijn het in Motel. En wat we al dachten, dat moet 24 uur van te voren. Geen nood, op naar het Motel en inchecken. En als we net onze sleutel krijgen breekt de hel los boven Cranbrook. De eerste regendruppels sinds 10 dagen en gelukkig zitten we even niet in de tent.









Muggen,bijen en wespen!!


Muggen bijen en wespen!!

Vanmorgen zijn we al weer vroeg uit de veren. We nemen een lekker kopje thee en koffie en zijn daarna klaar voor een stevige wandeling rond de top van de Mount Spokane. We rijden rustig naar de slagboom waar we onze pas voor de parken moeten laten zien. En dan hebben we al gelijk een domper; mijn pas is wel voor alle grote parken in de USA geldig maar niet voor een State park, dus even 10 dollar uit de knip en dan mogen we door. We krijgen een kaartje mee met de wandelingen en klim paadjes in dit gebied. In een sukkeldrafje gaat het bergopwaarts en we parkeren de auto op de top om vandaar wat te wandelen en te genieten van het uitzicht. We zitten op 1750 m hoogte dus lijkt het uitzicht prachtig. We willen eerst even koffie maken en nog een stukje krentenmik eten en dan aan de wandel. Maar in het tempo dat we de koffie spullen op de tafel zetten brengen we deze in race tempo weer naar de auto. We worden bestookt door een horde steekvliegjes en bijen en weten geen raad hoe snel we weer in de auto moeten komen. Wat doen we hier vragen we ons af, dit is echt niet leuk. We besluiten de speciale anti muggen netten voor de dag te halen, de lange broek en een overhemd met lange mouwen aan te doen en dan nog eens een poging te wagen. Niet om koffie te zetten maar minimaal een klein stukje te lopen. We raken in gesprek met de monteur van de stoeltjeslift die daar bezig is en vragen hem of dat veel voorkomt zo'n horde beestjes. Dat wordt met een volmondig ja beantwoord. Maar zegt hij, ik heb wel een spray voor jullie, dan bijten ze niet meer en blijven uit de buurt. We mogen gelijk de spuitbus houden en gaan toch maar een stukje lopen en genieten van het uitzicht. Na een uur gaan we langzaam terug naar het dal en bij een supermarkt koffie scoren, die hebben we nog niet op.



Als we later bij de Lodge komen is er al een en al hoogspanning in de keuken. Om vijf uur komen de Hot Rod auto's, dat zijn fraai gerestaureerde auto's die maandelijks een tour door het gebied maken en aan het eind van de dag een vorkje meeprikken in een of andere lodge of restaurant. Als we na vijven beneden komen in het restaurant wordt meteen gevraagd of we ook mee eten van het buffet. Voor 18 dollar kunnen we aanschuiven en dat willen wij best.


Als we eerst de Hot Rod vrienden maar voor laten. Dat is prima zeggen wij, we kunnen buiten op het terras wachten. Dan komt eerst de dame, waarschijnlijk de vriendin van Sam de eigenaar, vertellen dat we toch wel van de kaart mogen eten omdat het buffet voor de autoclub mensen is. Dat was in eerste instantie onmogelijk omdat dan de keuken overbelast zou worden. Ook goed zeggen wij, we zijn niet zo moeilijk. Even later komen de twee meisjes van de bediening vertellen dat we ook best van het buffet mogen eten, dat is makkelijker voor de keuken. Ook best zeggen we, laat maar weten hoe laat we moeten aanschuiven en dat herhaalt zich nog driemaal. Het is dus chaos troef hoe je twee simpele zielen zoals wij moet inpassen in een groep Hot Rod vrienden. Dat dit uiteindelijk lukt is ons een raadsel maar de maaltijd is perfect en daar gaat het om.
We sluiten de dag af met nog een keer naar de top van Mount Spokane te rijden om de zonsondergang te zien. Gewapend met spray tegen de insecten en ook het hoofdnet gaat weer op. Het is niet de meest spectaculaire zonsondergang maar toch leuk om te zien. Morgen richting Canada!!



woensdag 25 juli 2018

Newport of Mount Spokane?


We beginnen met het aanschouwen van een tentenkamp vol met brandweerlieden die de nacht hebben doorgebracht op onze camping. Laat in de avond komen de laatsten terug van een brand op zo'n 10 mijl afstand, daar heeft het geweldig gefikt.
Het is ook hier al tijden gortdroog en dan zit een ongeluk in een klein hoekje. Zeven brandweerauto's en 25 brandweerlieden bewaken de boel hier. Ze slapen in kleine tentjes die naast de auto's staan.
Gelukkig hebben we er geen last van gehad. We vertrekken om een uur of zeven van de camping richting de Canadese grens naar de plaats Spokane en dan naar Newport. Daar vandaan is het nog ongeveer 2 uur rijden naar de grens met Canada. In Spokane stoppen we uitgebreid voor koffie en om de stad te bekijken. Het is alweer ongelooflijk heet dus lang in een stad rondhangen doen we niet. We kijken nog snel bij het waterpark en gaan dan naar Newport. De camping ligt aan een meer en is van het model groot. We hoeven niet eens uit te stappen, alles wordt aan het autoraampje in orde gemaakt en we worden daarna met het traditionele golfkarretje naar de plaats begeleid. We krijgen een vrij grote plek, maar alles is er scheef aan en het is toch wel lekker op een beetje vlakke ondergrond te liggen. Renée loopt terug naar de receptie om te kijken of we soms een plaats kunnen opschuiven geen 207 maar 206. Als ik nog eens goed rondkijk zie ik om de twee bomen een enorme wespenvanger hangen met daarin al honderden van die goudgele rakkers. Ik schrik en loop ook naar de receptie om dit met Renée te overleggen. Een steek van een wesp kan voor Renée hele vervelende gevolgen hebben en het vakantieplezier aardig vergallen. We vragen aan de dame achter de balie of het heel erg is met de wespen dit jaar en krijgen als antwoord: het is bijna augustus en dan zijn er traditioneel veel van die goudgele rakkers. Kunnen we misschien een cabin krijgen vragen we, want in de tent lijkt ons geen optie met zoveel visite van wespen op onze plaats.
Na wat zoeken in de computer kunnen we wel een cabin krijgen voor twee nachtjes maar “we hebben hier alleen maar de luxe versie” zegt de dame en die kost 300 dollar voor de twee nachten exclusief tax. Dat lijkt ons wat veel en gelukkig kunnen we onze reservering kostenloos annuleren want ze begrijpt het probleem. We vertrekken en rijden naar de plaats Newport om via internet een kamer te zoeken. En dat valt nog tegen, in de hele omgeving vinden we twee lodges waar we nog terecht kunnen, voor de rest is alles volgeboekt. We besluiten Bear Creek lodge aan de Mt Spokane te reserveren, dat betekent wel weer 30 mijl de verkeerde kant uit rijden, maar alles beter dan lek gestoken door de wespen. We gaan op weg, het is zeker wel een uur rijden hoog de Mountains in. We vinden het wel leuk om weer eens een dag te gaan hiken in plaats van rondzeulen in een bloedhete stad.
Bij aankomst bij de Bear Creek Lodge zit alles op slot. We zien binnen wel enkele lampen branden maar voor de rest geen beweging. We lopen rond de lodge en vinden een deur die open is en gaan al roepend naar binnen. Maar we krijgen geen enkele reactie. We kunnen ongestoord het hele pand door sjouwen maar geen eigenaar te vinden. Opeens krijg ik een bericht van Sam, de eigenaar, via email dat hij aan het inkopen is in Spokane en om half zeven bij de lodge kan zijn. (Het is nu net vijf uur) We krijgen ook twee telefoonnummers van Sam en kunnen hem bellen, maar op onze telefoon geen enkel signaal van een telefoonmaatschappij, dus dat lukt niet. We sturen Sam een mailtje dat we geen verbinding kunnen maken en dan blijkt dat je een satelliet telefoon nodig hebt in dit gebied en anders niet kunt communiceren.
Uiteindelijk brengt een werknemer van Sam de oplossing.


Hij kan ons in de kamer laten en nu hoeven we geen anderhalf uur meer voor de deur rond te hangen. Het enige wat we niet begrijpen is dat we volgens de boekingssite “de laatste kamer” in deze lodge hebben geboekt van de 40 die er zijn maar er is geen spoor te bekennen van andere gasten. Zouden ze allemaal een dagje zijn gaan hiken of was het een stuntje van Hotels.com?
Om half zeven is Sam terug uit de bewoonde wereld en gaat voor ons kip met friet maken, heerlijk. We praten wat bij en maken samen met Sam een plan om morgen naar de top van Mt Spokane te gaan. Sam kan niet mee, hij moet koken voor 80 gasten die morgen hun Hot Rod komen showen en gelijk een stukje eten. We gaan naar bed, morgen weer een dag.


          

maandag 23 juli 2018

Op naar de State Washington




23/07/2018

Redmond- Ellensburg 220 mijl

Om 06.45 rijden we van de camping richting het noorden naar de grens met de staat Washington. Daar drinken we koffie en checken gelijk de post even. Hier blijkt dat onze blog niet door iedereen goed wordt ontvangen en dat is niet leuk want ik weet het niet zo snel op te lossen.
We rijden vandaag een stuk snelweg waar regelmatig aan de weg gewerkt wordt. De borden aan de kant van de weg geven heel duidelijk aan dat er van de tax die de Amerikanen betalen aan de overheid flink wordt gebuffeld en dat we vooral niet de suggestie moeten hebben dat de Dollars verkeerd worden uitgegeven!! De reis gaat langs eindeloze graanvelden en je moet zorgen dat je tank altijd vol is. Er zijn stukken bij waar je in 80 km geen pomp meer tegenkomt. In de dorpen die we passeren is alles nog in diepe rust en het lukt dan ook niet de eerste twee uur om maar een halve dollar uit te geven aan een bakje troost. Over de temperatuur hoeven we ons nu geen zorgen meer te maken. We zien de meters gestaag oplopen naar ruim 30 graden en dat is duidelijk meer dan wat we aan de kust hebben gevoeld. Dus nu heb ik weer een slaapzak te veel, maar misschien is dat wel beter voor hetgeen nog komen gaat. Hoog in de Canadese Rockies kan het weer nodig zijn om de lange onderbroek weer aan te schieten. Het laatste stuk naar Ellensburg is het al druk. We stoppen nog even bij een tourist office voor een kaart van de staat Washington en krijgen gelijk een verhaal van ongeveer 3 kwartier hoe blij de gemeenschap is met ons bezoek. De mensen die we spreken kijken ons aan of we van Mars komen en zijn uitermate gastvrij. Als ze horen dat we ook naar Canada gaan, vertellen ze tot onze verbazing dat ze daar zelf nog nooit geweest zijn en dat terwijl het nog maar ongeveer 200 mijl rijden is.
Om 13.30 uur komen we aan bij de camping waar we de nacht zullen doorbrengen. We worden allerhartelijkst ontvangen door een dame die ons uitgebreid uitleg geeft van waar we alles kunnen vinden. Ook vraagt ze of we begeleiding naar de plaats willen die we zelf vanuit het kantoor zien liggen. We zeggen dat het wel lukt om zelf de plek te vinden en krijgen ook nog een plattegrond van de camping mee waar “onze plaats’ duidelijk omcirkeld is.
We vertrekken nadat de dame ons ook nog gezegd heeft dat we maar moeten bellen als we iets nodig hebben. Bijvoorbeeld ijs kunnen ze zo naar onze plaats brengen, dan hoeven wij die 50 meter niet te sjouwen :)

De plaats op zich is heel fraai alleen staan er nog 3 sproeiers te spuiten die wanhopig hun best doen om vooral de kleur van wat ooit groen gras is geweest weer in die staat terug te brengen. En dat betekent dat we op onze plaats voorlopig nog even geen tent kunnen plaatsen. We gaan op zoek naar iemand met een baco die de sproeiers uit kan zetten. Na vijf minuten komt er al iemand aan geraced in een golfkarretje om de massa water het zwijgen op te leggen en uiteraard krijgen we duizend excuses voor de overlast en mochten er nog meer probleempjes zijn mogen we gerust weer even bellen is de boodschap van de behulpzame host.  Het is zo knetter heet vandaag dat na een kwartier onze hele plaats al weer droog is en kunnen we beginnen met opbouwen.


zondag 22 juli 2018

Redmond, Sisters en Bend


Om half zeven ben ik klaar met slapen en al aardig in het ritme. We hebben besloten om vandaag wat rond te kijken hier in het dal. Ten eerste gaan we na het ontbijt naar een meertje wat op ongeveer 7 mijl van de camping ligt. Er liggen nog vier campings om het meer. Deze zijn weliswaar heel summier ingericht met een aantal wc’s en hier en daar een kraantje, maar het is bewaakt. Je betaald 15 dollar aan een wacht en je kunt er eindeloos genieten van de stilte en de rust. Vliegvissen is een geliefde bezigheid en uiteraard laat niemand de barbeque thuis om avonds lekker te grillen.
Na het ritje langs het meer gaan we op zoek naar koffie. In de plaats Redmond belanden we bij Mc Donalds en nemen koffie en ook nog een “ontbijtje” wat we wel samen delen. Alleen is het veel te veel en hoef je voor de rest van de dag niet meer te eten. Uiteraard nemen we de digitale post door en gaan dan even een bezoek aan de buurtsuper brengen waar we wat rijst kopen voor vanavond.






Nu opweg naar Sisters op zo’n 20 mijl afstand van Redmond. Deze plaats doet denken aan Volendam en Marken. Het is één lange winkelstraat waar ook het drukke weekend verkeer doorheen wordt geperst. Het ziet eruit als een Westernfilm met houten huizen en fraaie gevels, uiteraard van hout. We parkeren de auto en gaan op onderzoek uit en bekijken de etalages waar een gigantische partij prullaria en kitsch bij elkaar is verzameld. Dat moet uiteraard aan een de massa toeristen worden gesleten.
Echt koopziek zijn wij niet en we krijgen ook geen trillende handen om daarmee de kredietkaart te trekken. Er is ook nog een markt waar de Lions hun waar proberen te slijten maar ook hier blijft de card op zak. De plaats op zich is leuk ingericht. Bijna alle toeristen besluiten er even rond te kijken. Wij houden het voor gezien en gaan op pad naar de volgende plaats: Bend.




Na een half uur belanden we bij een giga grote Mall met wel vijftig winkels met per stuk de afmetingen van een een voetbalveld. Je kunt er makkelijk een week doorbrengen maar dat doen we niet. We kiezen er en paar uit en vereren deze met een bezoek. Ook hier blijft de card in de pocket. Slechts een dollar wordt er verbrast aan een diadeem om het haar van Renée een beetje fatsoenlijk bij elkaar te houden. Dan op naar het centrum van Bend. Het is een stad met 80.000 inwoners en met een paar mooie parken die het aanzien meer dan waard zijn. Met veel moeite vinden we een parkeerplaats maar wel in het hart van de stad. We staan precies voor de deur van een Birkenstock schoenenzaak. Uit de verkeersborden die er staan maken we op dat het parkeren gratis is, maar je mag er niet langer dan twee uur staan. Maar hoe weten ze nu dat je er al twee uur staat? Moet je een parkeerkaart neerleggen? Renée vraagt het na in de schoenenzaak en hoort daar dat je er twee uur gratis mag staan maar dan is het noodzaak om weg te wezen. Er wordt op een of andere manier scherp gecontroleerd en de boete is 98 dollar, dat is niet mis. Na een rondwandeling gaan we bij Starbucks een ijskoffie drinken en daarna terug naar onze auto. Renée wil nog even bij de Birkenstock schoenenzaak kijken en uiteraard loop ik met haar mee om de nodige adviezen te geven.




Zo ben ik dan ook wel weer. Renée vindt er niks maar zelf schiet ik wel in de roos: een paar sandalen van Keen met een stevige neus is precies wat ik zoek. Nog even passen en vragen of de korting klopt die er opstaat, het is namelijk het laatste paar en dan aantrekken, de card trekken en gaan! Al met al toch weer een TOPDAG.





Dag 2



Vandaag is er een voormalig Indianen reservaat aan de beurt In dit reservaat is een grote dam gebouwd waar ze in 1956 een begin mee hebben gemaakt. Nu levert het stroom aan een groot deel van de bevolking. De rivier die door het reservaat stroomt is de White Water River en deze mondt uit in Lake Simtustus. Het is een geliefde plek bij de toeristen die hier hun speedboten met honderden PK’s komen uitlaten in het weekend. Op de campings staan buiten de enorme vakantie trailers ook nog eens boottrailers die iedereen meezeult om het recreëren maar zo aangenaam mogelijk te maken. Als je genoeg dollars te besteden hebt dan ben ik de laatste die daar moeite mee heeft.
Wat wel opvalt zijn de sobere woningen in het gebied. Simpele houten huizen die ze van de ene op andere dag weer kunnen verlaten of afbreken en op een andere stek weer opbouwen. Er staan huizen die keurige tuinen hebben, maar ook huizen waar van de laatste honderd jaar alle troep in de tuin is gezet. Er zijn ook opvallend veel wrakken van auto’s die nog op restauratie staan te wachten, naast splinternieuwe pick-ups.
We genieten van het uitzicht als we vanaf boven de enorme kloof inkijken waar de rivier doorstroomt, met steeds op de achtergrond de huisberg, Mount Jefferson van ruim 3500 meter hoogte en nog stevig bezet met ijs. In de winter kan er wel tot 20 meter sneeuw vallen.


Na twee uur is het koffietijd vinden wij. We belanden aan het eind van het meer bij een speedboot annex camping verhuurder met een gezellig terras waar we een kleine koffie bestellen. En het blijkt maar weer eens dat niet alleen de trailers en speedboten groot zijn maar ook het bakkie koffie heeft afmetingen die je het komende uur op je kruk houdt en drie keer een wandeling naar de wc bezorgt. Alles is groot maar dat wisten we al. Als we iets bij de koffie bestellen nemen we er bij voorbaat overal maar één van en dat niet uit oogpunt van zuinigheid maar het is anders veel te veel voor ons twee kleine mensjes.




Op de terugweg gaan we nog op bezoek op de plaats waar de dam is gebouwd. De Round Buttedam is de officiële naam. Er loopt en wat ouder iemand in het infocentrum die de wetenswaardigheden vertelt. Wat opvalt zijn het grote aantal roofvogels wat hier rondvliegt en zich te goed doet aan de vissen uit het meer en rivier.

We naderen weer de bewoonde wereld en gaan vast inkopen doen voor het eten vanavond en dan terug naar de camping. Daar is het intussen een stuk leger dan vanochtend toen we weggingen. Het is zondag en het weekend zit er weer op voor de meeste Amerikanen. We werken nog wat aan de blog en gaan de boel vast wat ordenen voor het vertrek van morgen. Op naar de staat Washington.         

vrijdag 20 juli 2018

Naar het binnenland van Oregon.


20/07/2018


Naar het binnenland van Oregon.

We zijn nog niet helemaal in het ritme van de USA, daarom vanavond nogmaals een beetje tijd rekken om morgen weer iets fitter te zijn. We hebben 9 uur tijdsverschil met Nederland en dat poets je niet in een nacht of drie weg.
Een klein likeurtje en dan onder de wol, dat is het beste medicijn lijkt ons.
We hebben inmiddels ook nieuwe buren die nog lekker bij het fiks opgestookte houtvuur blijven zitten maar ik kan niet wachten om lekker in mijn nieuwe slaapzak te duiken. Alles wijst er op dat het ook deze nacht weer een frisse bedoening gaat worden met de stevig doorstaande noorden wind. Diep onder de wol probeer ik tot 10 te tellen maar bij tel 6 ben ik reeds in comateuze toestand. Ook van Renée heb ik niets meer vernomen, tot ik om een uur of half vier flink geluid hoor van onze buren. Er wordt schijnbaar naar een uurwerk gezocht wat niet één twee drie voor handen is. Er gaat een kleine orkaan door de tent en aan een vrolijke kreet te horen is een tijdmachine gevonden. Gelijk wordt er aan de hele tent gevraagd (ze zijn met z’n vieren en hebben kennelijk nog nooit gekampeerd en zijn nu voor het eerst op pad met de nieuwe tent) om meteen maar even een plasje te gaan doen. Een half uurtje ritsen dicht en weer open doen doet het goed zo om een uur of vier in de nacht. En dan volgt er nog gesnurk van een uur of anderhalf wat neer komt op het omhalen van 4 hectare bos. Dus besluit ik om kwart voor zes de handdoek in de ring te gooien en mijn overigens heerlijke warme slaapplaats te verlaten. Ik ga me bezighouden met het aanstaande vertrek. We moeten vandaag toch nog wel een paar mijlen onder de wielen door zien te krijgen.
Om precies kwart voor zeven rolt onze bolide de uitgang uit richting het binnenland van Oregon. Het is nog redelijk rustig op de weg en na anderhalf uur gaan we aan de koffie. Uiteraard voor mij een heerlijke koffie mocca bij de Starbucks. We vervolgen onze reis met nog 150 mijl voor de boeg wat er op neer komt dat het nog zeker een uurtje of vier sturen is. Inmiddels is het verkeersaanbod veel groter. Het wordt weekend dus gaan de mensen massaal recreëren. Alle campers en RV vehicles komen de straat op. We hebben ook geleerd dat, als je een plekje hebt op een camping in het weekend, je niet meer moet verkassen want dan stoot je vaak je neus. Vol is vol en dan moet je soms nog uren zoeken om wat te vinden.





We stoppen nog een keer voor de thee voor we het laatste stukje gaan doen naar Redmond. Om 13.00 uur zijn we op onze nieuwe stek, zetten onze tent weer op en gaan even naar de supermarkt. Klaar is het voor vandaag, het weekend kan beginnen.





donderdag 19 juli 2018

Toertje langs de Paciffic Ocean

Donderdag 19/07/18



We beginnen de ochtend met een Amerikaans ontbijt. Waarom zelf koken als je bij Mel's  een ontbijt kunt kopen staat op een groot bord buiten een heel klein loket.
Mel heet Linda zie ik op haar naambordje als ze het luikje openschuift.
Ze vraagt wat ik wil hebben en is een beetje teleurgesteld als ik alleen twee Belgische wafels wil met stroop. Geen gebakken eieren met spek erbij? Geen koffie of thee of pannenkoeken? Echt alleen twee wafels??? Ja Mel / Linda, dat is echt genoeg.
Nadat ik afgerekend heb zegt ze dat het 5 tot 10 minuten zal duren en ze schuift het luikje weer dicht. Even later komt een andere campinggast die een enorm ontbijt inclusief eieren met spek, 2 pannenkoeken, een sapje en koffie besteld. Hij krijgt zijn sapje en koffie en over 10 minuten komt de rest.
Alsof iedereen bedacht heeft nu te gaan ontbijten komen er ineens veel meer mensen aangelopen. Mel / Linda neemt de bestellingen in ontvangst en rekent af. Haar man is van het bakken van de eieren en pannenkoeken. Van de wafels moet hij afblijven dat is haar taak!
De wafels gaan per stuk en als er één klaar is wordt die keurig op een bordje geplant, folie erover en wachten op de volgende. De wachttijd voor de steeds maar groeiende rij bestellingen is intussen opgelopen tot 30 minuten!
Dan na ongeveer een kwartier zijn alle twee mijn wafels klaar. Keurig afgedekt met folie inclusief twee bakjes warme siroop kan ik terug naar de tent. Daar zit Thomas al enigzins blauw van de kou te wachten met warme thee. Hij heeft het zo koud omdat hij thuis de keus gemaakt heeft een extra dunne slaapzak mee te nemen. Dat scheelt natuurlijk in het gewicht, maar heeft als consequentie dat de slaapzak ook niet zo warm is. Hij heeft de hele nacht liggen bibberen en wil nu toch echt graag een goede warme slaapzak. Ik heb nergens last van gehad in mijn donzen slaapzak die gelukkig wél door de keuring kwam qua gewicht! Dus op naar een Walmart!




We rijden naar de kust van de Paciffic Ocean. Geen Walmart te bekennen! Thomas is al bang weer zo'n koude nacht te moeten ondergaan, maar gelukkig is er redding.
Er blijkt wel een Bi mart te zijn, een soort Action voor camping spullen. En ja hoor, voor $29,95 moet het goed komen vannacht! Met een beetje geluk kan deze slaapzak ook nog mee terug naar Nederland en anders gaan we kiezen wat we achter laten.
Toevoeging van Thomas:
Het fijne van deze acties is dat ik nu twee slaapzakken heb voor de komende 30 dagen. En stel en dat weet ik zeker, dat er nog warme nachten komen, dan zal ik mijn luchtige slaapzak níet beschikbaar stellen voor mijn mede tentgenoot die de hele nacht heeft liggen kraaien in haar warme donzen slaapunit. Dat alles zal de sfeer niet bedervenen. We gaan vol goede moed beginnen aan dag twee van de toer langs de Paciffic Ocean.


woensdag 18 juli 2018

Vertrek naar VS & Canada




Blog VS en Canada

Op pad 17/07/2018

En dan is het zover. Na de laatste heftige weken met nog snel een winterdak op ons chateau in Oostenrijk laten plaatsen, een paar familiebezoeken er doorjassen en ook nog snel een andere auto aanschaffen is het eigenlijk net even teveel van het goede. Maar alles valt nog net binnen wat een mens kan hebben voor je er een complete burn-out aan overhoudt. Als pensionado denkt een ieder dat je kunt zwemmen in mega veel vrije dagen, maar dat valt toch een beetje tegen als je nog regelmatig een vakantie uitje verzint en er tussendoor ook nog een wandelmarathon door jaagt van ruim 43 km. 

Op 28/8/2017 hebben we besloten om toch nog maar eens een gecombineerde VS-Canada reis te maken. Vooral de grote parken in het westen van Canada zoals Banff en Jasper hebben al jaren mijn aandacht en we hebben nu nog een paar goede benen zodat we daar optimaal van kunnen genieten. We besloten ook maar gelijk te boeken, het scheelt altijd de nodige dollars als je dat een jaar voor vertrek alvast doet. Ook de huur van een auto kan een behoorlijk voordeel opleveren. 

Op deze dinsdagmorgen komt Johan ons ophalen en afleveren op luchthaven Schiphol. We zijn niet de enige die in de drukste tijd van het jaar erop uittrekken. Keurig op tijd zijn we bij de luchthaven en we hebben nog precies 3 uur en een kwartier voor vertrek. Tegenwoordig is het met alle veiligheidsvoorzieningen geen overbodige luxe om minimaal 3 uur van te voren aanwezig te zijn, dus tijd genoeg denken wij. Maar bij vertrekhal 1 balie 1 is het al lekker druk. Er staat al een rij van 50 meter en net als we willen  aansluiten wordt de rij nog een stukje opgerekt en is deze gelijk 100 m. Om 11.00 uur gaat de balie open en kan de eerste inchecken. Maar als we het tempo van onze incheck dames zien dan kan het best zijn dat we voorlopig nog niet aan de koffie kunnen. Uiteraard tref ik het weer dat achter mij een dame staat die de hinderlijke gewoonte heeft steeds als we na tien minuten weer 2 meter kunnen opschuiven zij haar karretje met bagage bij mij in de achillespezen plant. Ik heb al een paar keer achterom gekeken maar zij blijft rustig door telefoneren en geeft totaal geen sjoege. En dan duurt wachten lang! We vermaken ons maar met de overige reizigers die op slinkse wijze de rij een beetje proberen te ontlopen. Onze oppasser ( lees: man van het lintjes spannen)houdt het ditmaal goed in de gaten en kijkt lachend naar mij en zegt dat hij dagelijks alle smoesjes hoort die worden verzonnen om toch maar een klein beetje eerder bij de drop-off te zijn. Eindelijk na 1uur en 20 minuten zijn onze koffers door de drop-off en kunnen we naar de volgende hobbel: de security check, ook een belevenis op zich. Maar als we door de poortjes zijn kunnen we eigenlijk gelijk aan de bak. Rugzak uitpakken, alles keurig verdelen. Deze keer heb ik maar vier bakken nodig, vorig jaar nog zes, dus gaat het al met al toch iets vlotter. De schoenen hoeven niet meer uit en dat scheelt gelijk een bak. Het gaat verrassend vlot, ik mag me nu melden voor de bodycheck en dat gebeurt ook ditmaal weer met een gegraai van jewelste. Je kan er bijna een “Me Too” probleempje van maken. Een kwartier later staan we in de taxfree hal en kunnen linia recta naar de gate. Nog even snel een saucijzenbroodje en we kunnen door naar de gate waar we nog even relaxt kunnen zitten en dan instappen en de lucht in voor 2 uur en een kwartier naar Reykjavik.

De vlucht is relaxt maar mijn medereiziger aan de rechterzijde is wat minder blij. De geschatte lengte is 2 meter 10 + en in de economy class is dat vragen om het nodige pers en wring werk om plaats te nemen om daarna voor de komende 2 uur en een kwartier niet meer te bewegen. Want om je er voor de tweede keer tussen te persen lukt nooit meer. Soms heeft lengte voordelen maar ik kan ze voor mijn medereiziger niet bedenken. De landing wordt ingezet en mijn medereiziger raakt opgewonden over het weer. Het is een schitterend zonnige dag op IJsland. Ik vertel hem tussen neus en lippen door dat wij dat drie jaar geleden niet hebben meegemaakt en dat het bij onze aankomst sneeuwde en de temperaturen die zomer nauwelijks de 5 graden aantikte en dat 4 weken lang. Ik wens hem een fijn verblijf en echt mooi weer. We verlaten het vliegtuig en gaan op zoek naar de gate waar het vliegtuig zal staan om ons verder richting Portland in de VS te brengen.
Op de elektronische borden echter nog geen spoor van onze vlucht. We moeten geduld hebben en na een kwartier komt er een aanduiding dat ze het nog niet weten. Nog even geduld a u b en dan eindelijk op het bord: Portland gate 16 C. We kijken in alle richtingen “C gates” maar geen 16 C! Toch raar! Even een lieftallige grondstewardess aanspreken. Deze is ook niet zo heel duidelijk. Er wordt omslachtig naar de richting verwezen waar we net vandaan komen en ik vertel haar dat wij het daar niet konden vinden. Dan kunt u het beste naar de infobalie gaan. Onderweg er naar toe komen we een grondsteward tegen die wat duidelijker is. Hier in deze D rij aansluiten en door de douane, is de boodschap. U moet op 16 D zijn en dus nier 16 C! Dat verklaart veel. Na wat omzwervingen komen we toch bij de goede gate en het goede vliegtuig. Wat is reizen toch een fantastische bezigheid. Totaal geen stress en alleen maar lachen. Ik ben benieuwd wat onze douaniers in Portland voor ons in petto hebben. De binnenkomst in de VS is ook een dingetje met hoogte maar ook veel dieptepunten. We gaan het meemaken.

Nu eerst een uurtje of 8 op je achterste zitten en genieten van het diner in de lucht.
Thuis hebben we al in orde gemaakt dat we tijdens het reizen regelmatig van food worden voorzien. Renée dacht dat we ook op de vlucht van Amsterdam naar Reykjavik zouden worden voorzien van een kleine snack maar elke keer als de stewardessen langs komen worden we steevast overgeslagen. Dus maar even op de info knop gedrukt en een halve minuut later staat een lieftallige IJslandse ons te woord. We vragen of er ergens in het systeem een klein foutje zit omdat onze snack wel betaald maar niet geserveerd wordt. Er is een klein overleg met haar collega en weer een minuut later is daar de snack! Een stuk pizza voor Renée en een broodje kalkoen voor mijnheer. Eet u smakelijk. Helaas gooi ik nog snel even mijn heerlijke glaasje rode wijn over het kleine tafeltje voor me. Dat druipt er natuurlijk gelijk weer vanaf zodat ik voorlopig soppend op mijn zetel zit, maar met nog een uurtje of zes te gaan zal het tegen de tijd dat we aankomen wel droog zijn.

Het is een mooie vlucht vooral als we over de Rocky Moutains vliegen. Gigantisch wat een hoeveelheid sneeuw er nog ligt. 
Keurig op tijd landen we in Portland en nu komt het inchecken in de VS. Het lijkt er altijd op dat de douaniers zorgvuldig uitgekozen worden om maar zo chagrijnig mogelijk te kijken. We zien dat de tijd hier niet stil heeft gestaan. Zelf inchecken is hier sinds kort in de mode en met behulp van een klein, nogal gezet Amerikaans mannetje, zijn we heel snel het land binnen en dat is prettig na intussen een uurtje of 18 reizen. Het is even zoeken om het busje van de juiste maatschappij te vinden die ons naar de Car Rental moet brengen. Renée gaat op onderzoek uit en ik blijf bij onze bagage. Even later zie ik Renée zwaaien dat ze het busje gevonden heeft. De chauffeur, een vrolijke donkere Amerikaan, kijkt nogal verbaast als hij Renée alleen met een laptoptas ziet staan. Als ze aangeeft dat haar husband de koffers heeft zegt hij :”Okay, tell him to run!” en hij moet zelf erg hard lachen om zijn grapje. Met nog één ander gezin brengt hij ons snel naar het verhuurbedrijf waar een spiksplinternieuwe Jeep cherokee 4x4 voor ons klaar staat. Dat is toch wel tof toeren lijkt mij de komende weken. Nu het laatste stapje voor vandaag richting Travellodge voor een welverdiende nachtrust. Welterusten en tot morgen.