zondag 22 juli 2018

Redmond, Sisters en Bend


Om half zeven ben ik klaar met slapen en al aardig in het ritme. We hebben besloten om vandaag wat rond te kijken hier in het dal. Ten eerste gaan we na het ontbijt naar een meertje wat op ongeveer 7 mijl van de camping ligt. Er liggen nog vier campings om het meer. Deze zijn weliswaar heel summier ingericht met een aantal wc’s en hier en daar een kraantje, maar het is bewaakt. Je betaald 15 dollar aan een wacht en je kunt er eindeloos genieten van de stilte en de rust. Vliegvissen is een geliefde bezigheid en uiteraard laat niemand de barbeque thuis om avonds lekker te grillen.
Na het ritje langs het meer gaan we op zoek naar koffie. In de plaats Redmond belanden we bij Mc Donalds en nemen koffie en ook nog een “ontbijtje” wat we wel samen delen. Alleen is het veel te veel en hoef je voor de rest van de dag niet meer te eten. Uiteraard nemen we de digitale post door en gaan dan even een bezoek aan de buurtsuper brengen waar we wat rijst kopen voor vanavond.






Nu opweg naar Sisters op zo’n 20 mijl afstand van Redmond. Deze plaats doet denken aan Volendam en Marken. Het is één lange winkelstraat waar ook het drukke weekend verkeer doorheen wordt geperst. Het ziet eruit als een Westernfilm met houten huizen en fraaie gevels, uiteraard van hout. We parkeren de auto en gaan op onderzoek uit en bekijken de etalages waar een gigantische partij prullaria en kitsch bij elkaar is verzameld. Dat moet uiteraard aan een de massa toeristen worden gesleten.
Echt koopziek zijn wij niet en we krijgen ook geen trillende handen om daarmee de kredietkaart te trekken. Er is ook nog een markt waar de Lions hun waar proberen te slijten maar ook hier blijft de card op zak. De plaats op zich is leuk ingericht. Bijna alle toeristen besluiten er even rond te kijken. Wij houden het voor gezien en gaan op pad naar de volgende plaats: Bend.




Na een half uur belanden we bij een giga grote Mall met wel vijftig winkels met per stuk de afmetingen van een een voetbalveld. Je kunt er makkelijk een week doorbrengen maar dat doen we niet. We kiezen er en paar uit en vereren deze met een bezoek. Ook hier blijft de card in de pocket. Slechts een dollar wordt er verbrast aan een diadeem om het haar van Renée een beetje fatsoenlijk bij elkaar te houden. Dan op naar het centrum van Bend. Het is een stad met 80.000 inwoners en met een paar mooie parken die het aanzien meer dan waard zijn. Met veel moeite vinden we een parkeerplaats maar wel in het hart van de stad. We staan precies voor de deur van een Birkenstock schoenenzaak. Uit de verkeersborden die er staan maken we op dat het parkeren gratis is, maar je mag er niet langer dan twee uur staan. Maar hoe weten ze nu dat je er al twee uur staat? Moet je een parkeerkaart neerleggen? Renée vraagt het na in de schoenenzaak en hoort daar dat je er twee uur gratis mag staan maar dan is het noodzaak om weg te wezen. Er wordt op een of andere manier scherp gecontroleerd en de boete is 98 dollar, dat is niet mis. Na een rondwandeling gaan we bij Starbucks een ijskoffie drinken en daarna terug naar onze auto. Renée wil nog even bij de Birkenstock schoenenzaak kijken en uiteraard loop ik met haar mee om de nodige adviezen te geven.




Zo ben ik dan ook wel weer. Renée vindt er niks maar zelf schiet ik wel in de roos: een paar sandalen van Keen met een stevige neus is precies wat ik zoek. Nog even passen en vragen of de korting klopt die er opstaat, het is namelijk het laatste paar en dan aantrekken, de card trekken en gaan! Al met al toch weer een TOPDAG.





Dag 2



Vandaag is er een voormalig Indianen reservaat aan de beurt In dit reservaat is een grote dam gebouwd waar ze in 1956 een begin mee hebben gemaakt. Nu levert het stroom aan een groot deel van de bevolking. De rivier die door het reservaat stroomt is de White Water River en deze mondt uit in Lake Simtustus. Het is een geliefde plek bij de toeristen die hier hun speedboten met honderden PK’s komen uitlaten in het weekend. Op de campings staan buiten de enorme vakantie trailers ook nog eens boottrailers die iedereen meezeult om het recreëren maar zo aangenaam mogelijk te maken. Als je genoeg dollars te besteden hebt dan ben ik de laatste die daar moeite mee heeft.
Wat wel opvalt zijn de sobere woningen in het gebied. Simpele houten huizen die ze van de ene op andere dag weer kunnen verlaten of afbreken en op een andere stek weer opbouwen. Er staan huizen die keurige tuinen hebben, maar ook huizen waar van de laatste honderd jaar alle troep in de tuin is gezet. Er zijn ook opvallend veel wrakken van auto’s die nog op restauratie staan te wachten, naast splinternieuwe pick-ups.
We genieten van het uitzicht als we vanaf boven de enorme kloof inkijken waar de rivier doorstroomt, met steeds op de achtergrond de huisberg, Mount Jefferson van ruim 3500 meter hoogte en nog stevig bezet met ijs. In de winter kan er wel tot 20 meter sneeuw vallen.


Na twee uur is het koffietijd vinden wij. We belanden aan het eind van het meer bij een speedboot annex camping verhuurder met een gezellig terras waar we een kleine koffie bestellen. En het blijkt maar weer eens dat niet alleen de trailers en speedboten groot zijn maar ook het bakkie koffie heeft afmetingen die je het komende uur op je kruk houdt en drie keer een wandeling naar de wc bezorgt. Alles is groot maar dat wisten we al. Als we iets bij de koffie bestellen nemen we er bij voorbaat overal maar één van en dat niet uit oogpunt van zuinigheid maar het is anders veel te veel voor ons twee kleine mensjes.




Op de terugweg gaan we nog op bezoek op de plaats waar de dam is gebouwd. De Round Buttedam is de officiële naam. Er loopt en wat ouder iemand in het infocentrum die de wetenswaardigheden vertelt. Wat opvalt zijn het grote aantal roofvogels wat hier rondvliegt en zich te goed doet aan de vissen uit het meer en rivier.

We naderen weer de bewoonde wereld en gaan vast inkopen doen voor het eten vanavond en dan terug naar de camping. Daar is het intussen een stuk leger dan vanochtend toen we weggingen. Het is zondag en het weekend zit er weer op voor de meeste Amerikanen. We werken nog wat aan de blog en gaan de boel vast wat ordenen voor het vertrek van morgen. Op naar de staat Washington.