maandag 23 juli 2018

Op naar de State Washington




23/07/2018

Redmond- Ellensburg 220 mijl

Om 06.45 rijden we van de camping richting het noorden naar de grens met de staat Washington. Daar drinken we koffie en checken gelijk de post even. Hier blijkt dat onze blog niet door iedereen goed wordt ontvangen en dat is niet leuk want ik weet het niet zo snel op te lossen.
We rijden vandaag een stuk snelweg waar regelmatig aan de weg gewerkt wordt. De borden aan de kant van de weg geven heel duidelijk aan dat er van de tax die de Amerikanen betalen aan de overheid flink wordt gebuffeld en dat we vooral niet de suggestie moeten hebben dat de Dollars verkeerd worden uitgegeven!! De reis gaat langs eindeloze graanvelden en je moet zorgen dat je tank altijd vol is. Er zijn stukken bij waar je in 80 km geen pomp meer tegenkomt. In de dorpen die we passeren is alles nog in diepe rust en het lukt dan ook niet de eerste twee uur om maar een halve dollar uit te geven aan een bakje troost. Over de temperatuur hoeven we ons nu geen zorgen meer te maken. We zien de meters gestaag oplopen naar ruim 30 graden en dat is duidelijk meer dan wat we aan de kust hebben gevoeld. Dus nu heb ik weer een slaapzak te veel, maar misschien is dat wel beter voor hetgeen nog komen gaat. Hoog in de Canadese Rockies kan het weer nodig zijn om de lange onderbroek weer aan te schieten. Het laatste stuk naar Ellensburg is het al druk. We stoppen nog even bij een tourist office voor een kaart van de staat Washington en krijgen gelijk een verhaal van ongeveer 3 kwartier hoe blij de gemeenschap is met ons bezoek. De mensen die we spreken kijken ons aan of we van Mars komen en zijn uitermate gastvrij. Als ze horen dat we ook naar Canada gaan, vertellen ze tot onze verbazing dat ze daar zelf nog nooit geweest zijn en dat terwijl het nog maar ongeveer 200 mijl rijden is.
Om 13.30 uur komen we aan bij de camping waar we de nacht zullen doorbrengen. We worden allerhartelijkst ontvangen door een dame die ons uitgebreid uitleg geeft van waar we alles kunnen vinden. Ook vraagt ze of we begeleiding naar de plaats willen die we zelf vanuit het kantoor zien liggen. We zeggen dat het wel lukt om zelf de plek te vinden en krijgen ook nog een plattegrond van de camping mee waar “onze plaats’ duidelijk omcirkeld is.
We vertrekken nadat de dame ons ook nog gezegd heeft dat we maar moeten bellen als we iets nodig hebben. Bijvoorbeeld ijs kunnen ze zo naar onze plaats brengen, dan hoeven wij die 50 meter niet te sjouwen :)

De plaats op zich is heel fraai alleen staan er nog 3 sproeiers te spuiten die wanhopig hun best doen om vooral de kleur van wat ooit groen gras is geweest weer in die staat terug te brengen. En dat betekent dat we op onze plaats voorlopig nog even geen tent kunnen plaatsen. We gaan op zoek naar iemand met een baco die de sproeiers uit kan zetten. Na vijf minuten komt er al iemand aan geraced in een golfkarretje om de massa water het zwijgen op te leggen en uiteraard krijgen we duizend excuses voor de overlast en mochten er nog meer probleempjes zijn mogen we gerust weer even bellen is de boodschap van de behulpzame host.  Het is zo knetter heet vandaag dat na een kwartier onze hele plaats al weer droog is en kunnen we beginnen met opbouwen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten