donderdag 26 juli 2018

Canada +regen


Canada + regen

Het was een hele broeierige nacht, erg warm, dus veel geslapen heb ik niet.
Om half zes ben ik maar begonnen aan de Blog zodat de volgers op tijd de update kunnen lezen. Toch iedere dag leuk om een klein stukje van de reis te schrijven.
Het is ook niet zo moeilijk. Als je de ogen en oren de kost geeft dan zie je ieder moment wel iets aparts om te onthouden en op te schrijven. De twee nachten ver van de bewoonde wereld waren best aangenaam. Je kunt je nauwelijks voorstellen dat je alleen via een satellietverbinding kunt communiceren en niet gewoon even een nummer intikken en je hebt iemand aan de lijn. Eigenlijk zijn we dat niet meer gewend.
Vandaag gaan we via de staat Idaho naar Canada. Het is alles bij elkaar 200 mijl naar de stad Cranbrook, de eerste grote plaats in de provincie Alberta. De weg erheen blinkt niet uit in geweldig plaveisel. Om de haverklap moeten we wachten omdat al het verkeer over één weghelft moet zodat je om de beurt mag rijden. Het repareren gaat ook moeizaam door de rotsachtige bodem en je ziet duidelijk dat de winter een duit in het zakje doet aan de schade van het wegdek. Na ruim 5 uur zijn we aan de grens met Canada en zijn we benieuwd hoeveel tijd de douane nodig heeft om ons binnen te laten. Er staan een tiental auto's en een paar trucs. Als we na een minuut of tien bij het hokje komen staat een vriendelijke beambte ons te woord en vraagt hoe lang we van plan zijn te blijven en waar we naar toe gaan. Dit is toch wel iets aangenamer dan de manier waarop zijn collega uit de USA dat vraagt, tenminste zo ervaren wij dat. We krijgen onze paspoorten terug en de opmerking dat we de ETA, een soort visum, niet hadden hoeven aanschaffen want die telt alleen als je per vliegtuig het land binnenkomt. Dat had ons toch zeven euro's gescheeld als ik wat beter had opgelet thuis. Ik krijg dan ook spontaan een reprimande om beter op te letten van Renée. Dan had deze fout niet zo'n groot gat in de vakantiebegroting geslagen 😉.Na een uurtje rijden zijn we bij het informatiecentrum waar men ons alles kan vertellen over de stad en de provincie. Dit gebeurt in alle rust en gemoedelijkheid. Het eerste wat je ervaart is dat Nederlanders geen vreemden zijn voor de Canadese mensen. Iedereen die we tot nog toe spreken kent wel een voormalig landgenoot van ons. In Cranbrook hebben we voor de eerste nacht ook een motel gereserveerd. We willen graag kamperen maar de camping van KOA in Cranbrook heeft geen tentplaatsen, vandaar dit Motel Als we dat aan de dame van de informatie voorleggen zegt ze meteen dat er ook nog een andere camping is, zelfs Down Town en gaat onmiddellijk bellen of daar nog een plaats beschikbaar is en dat kan: “Plaats genoeg” zegt ze. Maar nu komt de vraag of er nog een mogelijkheid is ons Motel te annuleren. Ze pakt spontaan weer de telefoon en belt om te vragen wat de voorwaarden zijn het in Motel. En wat we al dachten, dat moet 24 uur van te voren. Geen nood, op naar het Motel en inchecken. En als we net onze sleutel krijgen breekt de hel los boven Cranbrook. De eerste regendruppels sinds 10 dagen en gelukkig zitten we even niet in de tent.









Muggen,bijen en wespen!!


Muggen bijen en wespen!!

Vanmorgen zijn we al weer vroeg uit de veren. We nemen een lekker kopje thee en koffie en zijn daarna klaar voor een stevige wandeling rond de top van de Mount Spokane. We rijden rustig naar de slagboom waar we onze pas voor de parken moeten laten zien. En dan hebben we al gelijk een domper; mijn pas is wel voor alle grote parken in de USA geldig maar niet voor een State park, dus even 10 dollar uit de knip en dan mogen we door. We krijgen een kaartje mee met de wandelingen en klim paadjes in dit gebied. In een sukkeldrafje gaat het bergopwaarts en we parkeren de auto op de top om vandaar wat te wandelen en te genieten van het uitzicht. We zitten op 1750 m hoogte dus lijkt het uitzicht prachtig. We willen eerst even koffie maken en nog een stukje krentenmik eten en dan aan de wandel. Maar in het tempo dat we de koffie spullen op de tafel zetten brengen we deze in race tempo weer naar de auto. We worden bestookt door een horde steekvliegjes en bijen en weten geen raad hoe snel we weer in de auto moeten komen. Wat doen we hier vragen we ons af, dit is echt niet leuk. We besluiten de speciale anti muggen netten voor de dag te halen, de lange broek en een overhemd met lange mouwen aan te doen en dan nog eens een poging te wagen. Niet om koffie te zetten maar minimaal een klein stukje te lopen. We raken in gesprek met de monteur van de stoeltjeslift die daar bezig is en vragen hem of dat veel voorkomt zo'n horde beestjes. Dat wordt met een volmondig ja beantwoord. Maar zegt hij, ik heb wel een spray voor jullie, dan bijten ze niet meer en blijven uit de buurt. We mogen gelijk de spuitbus houden en gaan toch maar een stukje lopen en genieten van het uitzicht. Na een uur gaan we langzaam terug naar het dal en bij een supermarkt koffie scoren, die hebben we nog niet op.



Als we later bij de Lodge komen is er al een en al hoogspanning in de keuken. Om vijf uur komen de Hot Rod auto's, dat zijn fraai gerestaureerde auto's die maandelijks een tour door het gebied maken en aan het eind van de dag een vorkje meeprikken in een of andere lodge of restaurant. Als we na vijven beneden komen in het restaurant wordt meteen gevraagd of we ook mee eten van het buffet. Voor 18 dollar kunnen we aanschuiven en dat willen wij best.


Als we eerst de Hot Rod vrienden maar voor laten. Dat is prima zeggen wij, we kunnen buiten op het terras wachten. Dan komt eerst de dame, waarschijnlijk de vriendin van Sam de eigenaar, vertellen dat we toch wel van de kaart mogen eten omdat het buffet voor de autoclub mensen is. Dat was in eerste instantie onmogelijk omdat dan de keuken overbelast zou worden. Ook goed zeggen wij, we zijn niet zo moeilijk. Even later komen de twee meisjes van de bediening vertellen dat we ook best van het buffet mogen eten, dat is makkelijker voor de keuken. Ook best zeggen we, laat maar weten hoe laat we moeten aanschuiven en dat herhaalt zich nog driemaal. Het is dus chaos troef hoe je twee simpele zielen zoals wij moet inpassen in een groep Hot Rod vrienden. Dat dit uiteindelijk lukt is ons een raadsel maar de maaltijd is perfect en daar gaat het om.
We sluiten de dag af met nog een keer naar de top van Mount Spokane te rijden om de zonsondergang te zien. Gewapend met spray tegen de insecten en ook het hoofdnet gaat weer op. Het is niet de meest spectaculaire zonsondergang maar toch leuk om te zien. Morgen richting Canada!!